Vroeger was dit een gegoede buurt, nu is het getransformeerd tot een achterstandswijk of zoals de deelraad zegt een etnische stadswijk. Laat me niet lachen, dacht hij terwijl hij stug doortrapte op z’n 5e handse opoefiets. Nu begon ‘t nog te miezeren ook. Zijn hond (een mix stafford/Pitbull) zat voor in z’n fietskrat.
Hij had Willem uit het asiel gehaald. Om structuur aan te brengen in z’n leven 3x per dag moest hij nu naar buiten…. Goed voor hem, goed voor Willem.
Willem was zijn gelijke even lelijk, even sterk.
,s Avonds gooide hij Doritos naar Willem als ze tv keken.
Hij en Willem, Willem en hij.
Via de hoofdweg fietste hij naar de Jan Evertsenstraat. Hij moest naar de apotheek om zijn medicatie op te halen die die pillendraaier voor ‘m had uitgeschreven.
Hij werd er rustiger van, helderder in z’n kop maar tegelijkertijd verafschuwde hij ‘t dat ie afhankelijk was van die troep. Het fact-team had hem een casemanager aangewezen.
Dat was voor het eerst in z’n leven dat-ie met een manager samenwerkte.
Onwillekeurig moest hij te grijnzen.
Eindelijk bereikte hij de Jan Eef. Hij stopte voor de Turkse kruidenierswinkel.
Yasar Mini Market stond er in groene neonletters op de gevel. Hij parkeerde z’n fiets voor de winkel en tilde Willem uit het krat. Willem ging al naast de fiets liggen, hij wist het verloop.
Hij had Yasar leren kennen toen hij nog dakloos was en ieder klusje aanpakte in ruil voor wat geld, koffie of een maaltijd. Elke donderdag reedt de zoon van Yasar naar de groothandel en laadde z’n busje vol met olijven, worst, olijfolie en allerlei soorten groenten en kruiden.
Toen hij dakloos was en in de stad zwierf riep Yasar ‘m binnen en gaf hem brood en een maaltijd. Maar hij was een trotse man, hij wilde geen liefdadigheid.
De meeste mensen keken door hem heen, als dakloze was je onzichtbaar.
Als ze hem wel zagen was het alsof hij een geur verspreidde van rottend martelaarschap.
In ruil voor eten laadde hij elke donderdagochtend het busje uit samen met Emin de zoon van Yasar. Willem mocht niet naar binnen; mens is goed, hond is onrein, zei Yasar.
‘Ja, gesprek is goed, neuken is fijn’ had hij geantwoord. Yasar was uitgebarsten in een schaterlach.Vervolgens liep hij naar achter om een maaltijd voor hem in te pakken van alles wat over was van die dag.
Vlees voor jou, brood voor hem, terwijl hij naar Willem wees. Hij keek de kruidenier recht aan in zijn bijna zwarte ogen en bedankte hem voor zijn goedheid. De man maakte een wegwerpgebaar terwijl hij hem hoofdschuddend begeleidde naar de uitgang.
Willem kwispelde dankbaar en sprong terug in het krat met alvast een stukje brood.
Yasar stond in de deuropening en zei; ‘selamun aleykum’ (ga in vrede) waarop hij hem een handkus toeblies en zei;’ fijne avond pik!’.
Hij glimlachte terwijl hij wegfietste, Dag Yasar, dag vriend.